Landschap-nikki-dekker

Graafdier in De Peel

Schrijver en radiomaker Nikki Dekker graaft in Graafdier in de bodem van De Groote Peel: in de natuur, in de geschiedenis en in zichzelf. Ondertussen geeft ze haar lezers ook wat oefeningen mee waarmee je zelf ook dichter bij de kern kan komen. ‘Ik ben blij dat ik nu de veenmol ken.’ 

Of ze misschien een week of twee in De Grote Peel wilde bivakkeren?’ De uitnodiging van het schrijversplatform Tilt en het Brabants Cultuurfonds kwam voor Nikki Dekker precies op het goede moment. Haar mailbox puilde uit met onbeantwoorde mails en haar hoofd liep over. Twee weken ‘off grid’ in een haar nog onbekend natuurgebied kwamen dus als geroepen. De ‘voorwaarde’ was dat ze tijdens haar verblijf een essay zou schrijven rond het thema ‘de bodem’, voor bij de tentoonstelling The Soils – De Aarde, in het Van Abbemuseum in Eindhoven.

Hoe is De Grote Peel bevallen?
‘Heel erg goed. Ik kwam in een totaal andere wereld terecht; ik had me niet eerder beziggehouden met wat zich ondergronds bevindt. Ik voelde me eerder aangetrokken tot het blauw van de zeeën en oceanen dan tot het zwart, groen en bruin van de bodem. Ik moest ook echt een drempel over om insecten en andere kriebelbeestjes leuk te gaan vinden. Maar goed, Aglaia Bouma, op dit moment waarschijnlijk één van de bekendste insectenonderzoekers van ons land, begon haar liefde voor alles met zes of acht pootjes ook vanuit een enorme angst voor spinnen, dus dat moest ik ook kunnen!’ Je bent – als ik het oneerbiedig mag uitdrukken – vrij naïef de natuur ingestapt. Niet als bioloog, maar als schrijver met een achtergrond in de literatuurwetenschappen. Helpt dat?

‘In zekere zin wel ja. Het is natuurlijk geweldig om precies te weten waar je naar kijkt, maar daardoor ontstaat er ook een afstand tussen de kenner en de gemiddelde lezer. Als mijn vriend, die Bos- en Natuurbeheer studeert, over de natuur begint en het binnen twee zinnen heeft over ‘vaatplanten’, of ander jargon, dan onderbreek ik hem ook meestal. Als je een brede groep mensen voor de natuur wilt interesseren, helpt het om er zelf niet te veel vanaf te weten. Op mijn eerste dag in De Peel twijfelde ik zelfs nog over wat een berk was en wat niet. Maar als je dan verder gaat graven, in mijn geval vrij letterlijk, gaat er echt een wereld voor je open.’

Wat leer je dan, tijdens zo’n retraite in De Peel?
‘Door mijn letterlijke en figuurlijke tijdreis in de bodem ben ik met mijn neus op heel veel feiten gedrukt. Ik ben dingen in een groter perspectief gaan zien. Ik werd daarbij geholpen door het boek Natuuramnesie, van Marc Argeloo, dat ik had meegenomen. Dat liet mij zien dat je de natuur kent uit jouw tijd, maar niet weet wat er allemaal verloren is gegaan. Ik wist niet beter of voor walvissen moet je naar een ver buitenland. Wist ik veel dat die tweehonderd jaar terug ook in grote aantallen in onze Noordzee zwommen.

De bultruggen die nu heel af en toe weer onze kant op komen, die hóren hier gewoon, maar zijn ooit verdwenen door de jacht, vervuiling en overbevissing. Ook in De Peel is zo vreselijk veel natuur verdwenen, of beter gezegd: opgebrand als turf in de kachels. Mijn vriend heeft als terugkerend levensmotto “Het is wat het is.” Ik zet daar regelmatig tegenover: “Het zou niet zo moeten zijn.” Misschien komt dat ook door de vraag waar ik mijn uit-de-hand-gelopen-essay Graafdier mee begin: waarom besta ik?’

Aan de andere kant lijk je je ook af te zetten tegen al te moralistische taal. Als het in jouw boek gaat over de ecologische voetafdruk, begin jij over ‘gezeik over milieunormen’?!
‘Dat is waar, maar dat is zeker niet omdat ik vind dat je roekeloos met de natuur of het milieu om kunt gaan. Het is eerder dat ik wil erkennen dat zulke woorden een negatieve bijklank hebben gekregen een soort vervelend vingerwijzen, waar je bijna niet meer aan ontkomt. Die term ‘ecologische voetafdruk’ is ooit bedacht door oliebedrijf BP, wist je dat? Dat vind ik dus een vreselijk cynische manier van green washing, van de schuld van jouw schadelijke werk afschuiven op de consument. Maar dat neemt niet weg dat je natuurlijk wel degelijk verantwoordelijk bent voor alle troep die je gedurende je leven achterlaat en veroorzaakt.’

Wat nam je uiteindelijk definitief mee uit de Peel naar huis?
‘In letterlijke zin? Een steen die volgens de geoloog die ik ernaar vroeg wel 300 miljoen jaar oud bleek te zijn. Zo diep ben ik uiteindelijk gekomen met mijn graafwerk. En dan was dat nog maar een heel klein stukje in het schilletje om de appel van onze aardbol. In figuurlijke zin neem ik mee dat het veel nuttiger en fijner kan zijn om een hele dag naar een spin te turen, dan een hele dag mails te beantwoorden. We moeten volgens mij af van het idee dat alles alleen maar moet groeien.

Als je houdt van hardlopen, dan kun je toch ook niet onbeperkt alleen maar harder en harder en harder? Er zit een grens aan jou en aan je omgeving. En de veenmol, de dichobunidae (uitgestorven zoogdier_red), en al die andere soorten en verhalen die ik dankzij m’n boek op het spoor ben gekomen. Ik ben blij dat ik ze nu ken!’

Tekst: Rob Buiter
Fotografie: Laura Cnossen

Mens & Natuur magazine

mens_en_natuur_magazinesDit artikel verscheen eerder in de winter editie van Mens & Natuur magazine 2024. Wil je ook het Mens & Natuur Magazine ontvangen? Voor € 25 per jaar ben je al lid van IVN. Je ontvangt dan 4x per jaar ons magazine en kunt gratis of met korting deelnemen aan onze activiteiten, cursussen en workshops.

Ja, ik word lid

Deel deze pagina