Doe-tip: Schoenzolen kweken

Heb je wel eens een braak stuk land gezien? Binnen de kortste tijd groeien daar planten op en al snel is het een oase van groen. De planten die opkomen zijn niet door iemand gezaaid, maar verspreid door vogels, de wind, dieren en… door jou!

Zonder dat je er erg in hebt, gebruiken planten jou als loopjongen of -meisje. Zaden en vruchten blijven onder je schoenen plakken, zodat jij ze verspreidt tijdens het wandelen. De ene plant is daarin beter dan de andere. Dat gaan we onderzoeken.

Nodig:

• Schaal met potgrond
• Oven
• Schoenen/laarzen, het liefst met stevig profiel
• (Schoen)borstel

Zo doe je dat:

Ga erop uit. Springen, klauteren, rennen… In de vakantie is er buiten genoeg te doen. Ook met ‘slecht’ weer.

Doe thuis je schoenen uit en zet ze even apart.

Om goed te kunnen testen welke zaden er onder je schoenen mee zijn gereisd, moet je er zeker van zijn dat er geen zaden meer in je potgrond zitten. Vul daarom een schaal met potgrond en zet deze een tijdje in een hete oven. Op die manier gaan alle zaadjes in de aarde dood en kan er niets meer ‘vanzelf’ opkomen. (Let op! Vraag bij het gebruiken van de oven om de hulp van een volwassene).

Laat de potgrond afkoelen.

Schraap de modder van je schoenen en hark die losjes door de bovenlaag van de potgrond.

Geef de aarde elke dag goed water en zet hem in de vensterbank. 

Al snel komen er uit de zaadjes van de schoenzoolmodder plantjes op. Welke planten er bij jou opkomen, hangt ervan af waar je hebt gelopen. Vergelijk de oogst na een boswandeling maar eens met de planten die je na een dagje in de duinen op je schoenen hebt zitten. En de stad? Levert een dagje door de stad slenteren nog iets op voor de vensterbank?