De krakeend: een successtory
Bij veel vogelsoorten schrijven we tegenwoordig over achteruitgang en verlies. Niet bij de krakeend, die is sinds begin 1900 aan een sterke opmars bezig vanuit de Aziatische steppen en Rusland naar West-Europa.
De krakeend is even groot als een wilde eend maar is te herkennen aan zijn bruine kop en zwart achterlijf. De rest van het lichaam is grijs met een fijne tekening. Het mannetje heeft een zwarte snavel. Het vrouwtje is, zoals bij de meeste eenden, bruin. Ze broeden in ruigtes in de buurt van voedselrijk water. Hun eten bestaat uit bladeren, stengels en zaden. Bij zout water eten ze algen en wieren.
Zeldzaam in 1929
In 1929 schreef Jac. P. Thijsse (1865-1945) dat de krakeend in Nederland zeldzaam was. Jac. P. Thijsse is een van de belangrijkste grondleggers van natuurbescherming en natuureducatie. Samen met enkele andere beschermers richtte hij Natuurmonumenten op. Sinds Jac. P. Thijsse is er veel veranderd. Bij de tellingen voor de Broedvogelatlas (1973-1977) werden er al 500 tot 800 broedparen geteld. In de daarop volgende Broedvogelatlas (1998-2000) waren het er al 6.000 tot 7.000. En in de laatste Vogelatlas van SOVON (2010-2013) is het aantal toegenomen tussen de 21.000 en 26.000 broedparen. Op sommige plaatsen is de krakeend nu zelfs talrijker dan de wilde eend.
In Brabant broedt de krakeend vooral in de Biesbosch. In 1983 zijn bij ons de broedende krakeenden ook geteld. Als je dan punten op de kaart zet bij broedplek zie je mooi het slotenpatroon en de Hertogswetering in de polder. Daarlangs broeden ze. Daarna zijn er ook de plas-dras gebieden in de polders erbij gekomen. In 2015 ging het om 3 broedparen in de Ravensteinse weidevogelgebieden. In 2016 ging het om 3 broedparen in Ravenstein, 2 in Lith en 1 in de weidevogelgebieden van Maasdonk. Het aantal nam verder toe tot 10 broedparen in 2017. De jaren 2018 en 2019 waren topjaren in de plas-dras gebieden: Ravenstein (0 en 8 broedparen), Maasdonk (11 en 5 broedparen), Lith (20 en 22 broedparen). In de rest van de polders was 2019 vanwege de droogte al veel minder. In 2020, het 3e droge jaar, zakte het aantal ook in de plas-dras gebieden sterk terug. Alleen Lith had nog 13 broedparen, maar duidelijk is dat de plas-dras gebieden ook in droge jaren van groot belang zijn. De cijfers van 2021 worden nu uitgewerkt, het is spannend of de krakeend zich in dit jaar hersteld heeft.
Meer over Vogels in de polders rond Oss
Foto’s: Theo van Orsouw.