Track & Sign, een beginnerscursus.
Track & Sign, een beginnerscursus.
8 en 12 april 2025
Sporen en tekens in de natuur, wat kunnen we daarmee? Aaldrik Pot, sporenkenner bij uitstek, vertelde er dinsdagavond over én nam de groep liefhebbers zaterdagmorgen mee naar het Drents Friese Woud. Wel, met deze onderdompeling in de wereld van sporen zouden we natuurlijk ook kenners worden. Dat dit eigenlijk maar een inleiding was in het spoorzoeken werden we ons al snel bewust. Want wat valt er veel te zien wat we niet zagen en te ontdekken waar we niet aan dachten.
Spoorzoeken is het oplossen van een puzzel. Aaldrik vertelde over zoolgangers (das), teengangers (vos) en teenspitsgangers (ree). Aan de hand van beelden werden verschillen duidelijk. Toen we vervolgens sporen vonden en werden uitgedaagd deze te benoemen, maakten we allemaal dezelfde fout: meteen oplossingen zoeken. Vreemde rondjes in het zand…wat was dat? Oh, dat waren prikstokken voor het wandelen natuurlijk. Klaar. Aaldrik wees erop dat twee stappen verderop niks meer te zien was. Kijk eens om je heen, kijk omhoog…ach, het waren sporen van druppels condens die van de takken vielen. Even later, weer een spoor. Goed kijken, maar de groep besloot al snel dat het wel eens een eekhoorn kon zijn. Weer mis. Ook nu daagde Aaldrik ons uit om niet meteen een dier te benoemen, maar het spoor uit te pluizen: welke kant ging het uit, was het een vogel of een zoolganger, zag je nagels en voetkussens, etc. Hersens pijnigden zich om de theorie van dinsdag boven water te halen, tot Aaldrik vertelde dat dit pootafdrukken van een egel waren. Je verwacht geen egels in de zanderige duinen maar spoorzoeken is ook denken aan onmogelijkheden.
Bewaren
Spoorzoeken is een manier van leven. Je kijkt voortdurend om je heen in de natuur, zintuigen op scherp. Het gevoel te worden opgenomen in de omgeving komt heel dichtbij. Aaldrik werd zelf ooit geïnspireerd door een gids tijdens een vogelreis in Polen. Deze zei:” ik heb wel 1000 x lynxen gezien, maar slechts twee keer levend.” Want sporen vertellen een verhaal, zoals je ooit op rotstekeningen kon zien welke dieren destijds op die plek leefden, zo kun je nu veel uitgebreider sporen documenteren en conserveren. Foto’s maken, liefst met een meetlatje (pasje, munt) ernaast, en van diverse kanten. Je zou ook een tekening kunnen maken van de omgeving. Leer jezelf het landschap te lezen: waarom staat die boom daar alleen, is het terrein geaccidenteerd, zijn er bosranden waar je andere sporen vindt, is er veel luwte, etc En er zijn altijd sporen die je kunt bewaren, zoals veren, braakballen, botjes.
Certificaat
In tijden die al lang achter ons liggen, toen de jagers en verzamelaars op aarde leefden, was het zoeken naar sporen de gewoonste zaak van de wereld. Jagers liepen net zolang via sporen achter een prooi aan tot deze van uitputting opgaf en de pijl en boog het genadeschot gaven. In het boek The art of tracking (Louis Liebenberg) staat de historie van spoorzoeken beschreven.
Vanuit dit boek loop een lees-, luister- en ervaringsspoor naar ‘Het Prentenboek’, wat René Nauta en Aaldrik Pot recent schreven. Daarin staan de prenten waarheidsgetrouw weergegeven.
Boeken kunnen behulpzaam zijn om je de sporen en tekens eigen te maken en toch blijft het lastig dat terug te vinden in de natuur. Bewust kijken, de omgeving erbij betrekken zijn dan waardevolle elementen. Dat er een certificering is ontwikkeld voor de wetenschap is dan ook een goede zaak. Ontworpen door Louis Liebenberg (van dat boek, ja) en daarmee de betrouwbaarheid verhogend.
Nieuwsgierig
Maar wij, als liefhebbers, lekker wandelend in de natuur willen gewoon wat meer weten over hetgeen je ziet. Aaldrik wees ons erop dat je in een bosje met jonge boompjes vaak dode takken ziet. Het blijkt dat reeën hun gewei daar tegenaan schuren om te markeren of gewoon omdat ze jeuk hebben, met als gevolg dat de bast eraf gaat. En kijk, daar tussen de bomen is al het mos omgewoeld. Meteen riepen we: dassenwerk, of krabbende reeën.
Toch zag het er anders uit. Puzzelen dus. Zag je snuitputjes in de grond, nee. Das viel af. Zag je open plekken van het krabben, nee. Ree doorgestreept. We kwamen uit op een merel die het loswoelen van mos tot ware kunst verhief om zo voedsel te vinden. Veel sporen hebben overigens die aanleiding: zoeken naar eten. Dieren graven gaten op zoek naar bodemdiertjes. De grote bonte specht pikt in basten van bomen voor voedsel. Dat is wel een slimmerd, want hij gebruikt ruwe basten ook om er sparrenkegels in vast te klemmen. Handig om vervolgens de kegel leeg te snoepen.
Andere tekens
Het zijn dus niet alleen de sporen op de bodem, de pootafdrukken, waar je naar kijkt. Er zijn zoveel meer tekens die ons iets vertellen over de dieren die er leven. Uitwerpselen, braakballen, krabsporen, wissels (de looppaden), haren, dood hout aan een groene struik, gaten in de grond of juist verhogingen (denk aan een mollengang). Je blijft kijken en zoeken.
De pootafdruk van vogels vertelt op zich weer een verhaal over welke vogel het zou kunnen zijn. Zo zagen we een heel mooi spoor in het zand wat al krinkelend zijn weg vond. Drie tenen voor, een grijpteen achter. Dit was van een vogel die op een tak kon zitten, daar had hij immers die achterteen voor nodig. Een zwarte kraai konden we concluderen. Maar verderop was een spoor van ook weer drie tenen, maar zonder achterteen. Dat was best een puzzel. Je staat midden in het bosgebied, hier zitten toch alleen boomvogels?? We kwamen uit op strandvogels. En ja, de kleine plevier blijkt hier een plekje te hebben gevonden. Puzzel weer opgelost.
Het spoor van hele kleine pootjes intrigeerde ons. Het liep lang door, over een kaal stuk van de zandduinen. Het vertelde het verhaal van een heel stoer veldmuisje, die in zijn eentje dat hele stuk was overgestoken. Zonder schuilplek in de buurt. Die is erg dapper geweest.
Het viel dus reuze mee, dat spoorzoeken in het zachte mulle zand. Maar omdat er in vochtiger, steviger zand veel en veel meer sporen zichtbaar zijn, heeft Aaldrik aangeboden in het najaar opnieuw met een groep liefhebbers te gaan spoorzoeken in ditzelfde gebied. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd!
Verhalen zijn eindeloos te vertellen. Sporen en tekens, ze brengen je in een boeiende parallelle wereld en laten de verbinding voelen met de natuur. Doen!!
Jet Hofstra
