Terp van de Toekomst “Waar oneindigheid tastbaar is”
Waar oneindigheid tastbaar is
De spreuk:” Waar oneindigheid tastbaar is” op de zuilengalerij van de terp zegt alles over het landschap en de beleving in het natuurgebied Noord-Fryslân Buitendijks.
Welke kant je ook uitkijkt, het uitzicht is van een weergaloze leegte, ruimte en toch vol kleur en leven. We waren er stil van.
Samen met Betty (Kooistra) en Huib als gidsen liepen we naar de Terp van de Toekomst, ter hoogte van het dorp Blije. Deze terp is door de inwoners van Blije in 2022 gerealiseerd in samenwerking met o.a. it Fryske Gea Letterlijk hebben ze een terp opgeworpen vanuit kweldervakken naast de locatie. Daar is weer een nieuwe vegetatie ontstaan, net als elders in het gebied waar de ontwikkeling nooit stilstaat.
Waarom Terp van de Toekomst? De inwoners van Blije misten de verbinding met de zee, die het dorp ooit intensief kende tot de hoge, veilige zeedijk kwam. De terp is derhalve ontstaan op het fundament van het verleden en is een symbool voor nieuwe landschapservaring en -benutting. Helemaal circulair gemaakt, de indrukwekkende zuilengang op de terp bestaat uit oude meerpalen. (Bron: it Fryske Gea).
De informatie die we al wandelend kregen van Betty en Huib trok ons de zilte kleibodem in. Er zijn zoveel bijzonder planten te zien waarbij je blik zich moeiteloos vanuit de weidsheid richt op grond onder je voeten. Namen als zeeaster, lamsoor, zeewier, rode ogentroost, akkermelkdistel dwarrelden in het rond. De bodem wordt met enige regelmaat door de zee overspoeld. Vanaf de zeedijk wordt de grond van brak naar zilter steeds zouter. Achter de oude zeedijk zie je duidelijk aan de begroeiing van zeeasters tot waar de vloedlijn loopt. Het is een dynamisch gebied. Betty noemde het een plek waar natuur nog echt natuur is, waar alle elementen vrij spel hebben om te veranderen wat het getij vraagt.
Zijn er dan wel dieren te vinden in dergelijke landschappen? Wees gerust, het zijn er talloze. Bekende dieren als schapen en paarden houden de vegetatie in toom gedurende een jaarlijkse zomerperiode. Vanouds lieten boeren hun vee daar op het buitendijkse land grazen in de zomer. Om ervoor te zorgen dat ze zoet water konden drinken, werden vele zgn. dobben aangelegd, waar regenwater werd opgevangen en vastgehouden door middel van een cirkelvormige verhoogde rand. Nog steeds zijn die dobben aanwezig. Tot 15 oktober mogen de dieren hier weiden.
De dieren die hier altijd leven zijn in veel grotere getale aanwezig. Soms op doortrek, soms permanent, soms overwinterend, je ziet onnoemelijk veel vogels. We zagen grote zwermen goudplevieren die hun naam maar al te waar maakten: de zon lichtte hun vleugels in de zwerm goudkleurig op bij iedere beweging, alsof het confetti regende daarboven.
De slechtvalk werd gevolgd in zijn snelle vlucht, we zagen torenvalken biddend in de lucht hangen en Huib spotte een smelleken die we in een beweeglijke vlucht laag zagen jagen. Dat is dan weer het voordeel van dit weidse landschap, je kunt vogelvluchten lang volgen. Huib vertelde dat dit gebied een grote hoeveelheid veldleeuweriken bevat. Ook velduilen zijn hier te zien. Ondanks de zilte grond wonen hier enorme hoeveelheden muizen en waar muizen zijn komen ook de muizenveroberaars…
Maar we kwamen natuurlijk ook voor de Terp van de Toekomst. Een beleving op zich om de rondgang te bewandelen. Een zuilenrij van meerpalen waarop vele spreuken staan geschreven. Zoals: ‘Waar de zee het land kust’ of ‘Waar getij bepaalt’ en ‘De terp opgeworpen’.
Het uitzicht aan alle kanten was adembenemend, de weergoden waren ons goed gezind met een heerlijke wind, zo nu en dan zon en prachtige wolkenluchten. En iedereen was het erover eens: er is geen gebied vergelijkbaar met dit, ‘waar de oneindigheid tastbaar is’.
Jet Hofstra.
