Een rietvogel in vlucht boven een wazige groene achtergrond.

35 water- en moerasvogels + de blauwborst

Ooststellingwerf 17 oktober 2024

35 water- en moerasvogels + de blauwborst

15 oktober 2024

Het begon met de knobbelzwaan en eindigde met de rietgors. Daarmee waren 35 vogelsoorten de revue gepasseerd. Nu kun je denken: saaie boel, zo’n lijst met vogels te bespreken. Maar het is de verdienste van René de Waal dat hij twee uren lang een geïnteresseerde zaal vol natuurliefhebbers wist te boeien. Met een keur aan zelf geschoten foto’s en heldere achtergrondinformatie werden we heel wat wijzer over deze vogels. Over welke vogels ging het deze avond? Vogels die afhankelijk zijn van en broeden in water- en moerasgebieden. En dat waren er nogal wat.
De selectie door René gemaakt betrof vogels die bij het aanwezige publiek eigenlijk allemaal wel bekend waren. Je hoorde dan ook regelmatig instemmend gemurmel. Ook al is er veel bekend, de verwondering blijft aanwezig. Gegevens over aantallen, broedgebieden en groeipotentie waren afkomstig van Sovon.

Veel vogels worden bedreigd in hun voortbestaan. Dat komt meestal doordat hun leefomgeving dusdanig is aangetast (door de mens) dat er geen plek of voedsel is om te overleven. Vogels hebben aan de drie V’s genoeg: voedsel, veiligheid en voortplantingsmogelijkheid. Maar daar wordt lang niet altijd meer aan voldaan. Toch gaat het met de water- en moerasvogels relatief goed. Nederland is als delta een ware droomplek voor veel vogels. Het sopt hier aan alle kanten, met onze kusten, rivieren, randmeren en grote meren. Knobbelzwanen zitten bijvoorbeeld in de wintertijd massaal in de randmeren. De meeste vogels voelen zich veilig op het water, daar kunnen grondpredatoren minder goed bij hen komen. Ganzen zoeken ook graag grote wateren om te rusten.

Eendjes voeren
Van de ganzen gingen we naar de eenden. Een mooi bruggetje werd gevormd door de bergeend, die een beetje gansachtig aan doet en de nijlgans die juist een eend-achtige is. Deze twee vallen sowieso wel op door hun gedrag. Bergeenden hebben een voorkeur voor konijnenholen als broedplek, nijlganzen daarentegen zoeken het hogerop. Ze verjagen met de nodige agressie buizerds, kraaien en zelfs eksters van hun nest om dat plekje over te nemen. Hoog in de bomen dus.
En wat zijn er toch leuke eenden in ons land. Neem naast de ‘gewone’ wilde eend de slobeend, krakeend, zomertaling, krooneend en kuifeend. Ze hebben wel allemaal verschillende behoeftes betreffende voedsel en verblijfplek, dat dan wel weer. Maar goed, er zijn gelukkig nog aardig wat te bewonderen. René nam de gelegenheid te baat om een misverstand uit de weg te helpen: het fenomeen eendjes voeren met stukjes brood. Een graag geziene activiteit samen met kleine kinderen. Echter, eenden eten geen brood. Ze eten kleine waterinsecten, brood is ook niet goed voor ze. Tja…

Van groot naar klein.
Na de pauze gingen we de moerassen en rietvelden in. Met een beetje geluk kom je dan een iconische vogel tegen: de roerdomp. Nog steeds een rode lijst soort (kwetsbaar) maar er zit groei in de broedpopulatie. Via de reigers belanden we bij de lepelaar. Nee, geen reigersoort, deze is van de familie Ibissen. Nederland is het meest noordelijke gebied waar lepelaars broeden. Toch iéts wat we goed voor elkaar hebben.
De vogelsoorten in de lijst van René de Waal werden steeds kleiner. De bruine kiekendief is nog aardig aan de maat. Dan is de kluut daarmee vergeleken een ranke, elegante verschijning. Over elegantie gesproken: visdiefjes (de zwaluwen van de zee), zwarte stern, waterral en ijsvogel, allemaal van een buitengewone schoonheid.

 

Tenslotte werden ogen en oren van de aanwezigen gestreeld met de mooie rietzanger, de snor, de cetti’s zangers die het in ons land heel goed doen, de karekieten, baardman, buidelmees en rietgors. Deze vogeltjes verblijven in rietvelden en enkelen zoals de buidelmees en de kleine karekiet maken hangende nestjes tussen de rietstengels. Ware kunstwerkjes! Als uitsmijter had René bedacht ons kennis te laten maken met de blauwborst. Helaas, dit vogeltje was letterlijk vervlogen uit de fotoserie. En dan is het bijzonder handig als er een deskundig publiek in de zaal zit, die allemaal natuurlijk de blauwborst wel kennen.
Om in vogeltermen te blijven: de avond was omgevlogen. Thuis kunnen we verder broeden op de kennis die is verkregen.

Jet Hofstra

 

Deel deze pagina