Ontstaan Natuurtuin

Ontstaan

In 1995 is een begin gemaakt met het aanleggen van een Natuurtuin op voormalige agrarische grond in de Oranjepolder. Het gebiedje ligt op de zogenaamde ‘naad van Brabant’, de overgang van zand naar klei, waar kalkrijke kwel naar boven komt.

Het allereerste begin in de IVN Natuurtuin Oranjepolder, was het planten van een lindeboom, geschonken door de Gemeente Oosterhout.

De tuin ligt in de Ecologische Hoofdstructuur, met nog enige hectaren aangrenzende gronden die in aanmerking komen voor natuurontwikkeling.

Met subsidie van een projectontwikkelaar en geldelijke steun van Brabants landschap, is er destijds, een poel aangelegd, zijn er insectenblokken geplaatst, is er een hoogstamboomgaard aangelegd en is er een singel aangeplant. Al snel daarna is de tuin ondergebracht bij het IVN.

Een gidsengroep heeft er een bloeikalender gemaakt, en sindsdien is er een heuse werkgroep Oranjepolder ontstaan. Tevens is de tuin tot tweemaal toe uitgebreid, de tuin heeft nu een oppervlakte van 1 hectare, er is een vleermuizenkelder, annex insectenmuur gebouwd, en met geldelijke steun van het Wereldnatuurfonds, is er een poel gegraven, die niet in verbinding staat met het buitenwater. Tegelijkertijd is er een plas-dras gemaakt langs een al bestaande sloot. De vleermuizenkelder is in 2002 officieel geopend door de burgemeester van Oosterhout.

De Oranjepolder is een zeekleipolder, een zuidelijke uitloper van de Biesbosch, en vroeger ook onderhevig aan het tij. Het Kromgat is eigenlijk een oude kreek, en stond dus onder invloed van eb en vloed. Een belangrijk water was de Donge, die regelmatig zijn water niet kwijt kon en overstroomde. Namen als Otterweg en Vissersweg herinneren nog aan een ander natuurrijk verleden. Perceelsnamen als Scholverenbosch en Kraanschot geven een indicatie voor een destijds gevarieerde natuur.

Historie en cultuurhistorie

De Oranjepolder ligt grofweg tussen de Slotbosse toren gebouwd in de veertiende eeuw door Willem van Duvenvoorde, in het toenmalige hertogdom Brabant en Geertruidenberg, eerste Hollandse stad, stadsrechten sinds 1213, toen dus behorend bij het Graafschap Holland. Het was toen nog een venig moerassig gebied en was een soort niemandsland. Later begon men het gebied te claimen, en kwamen grote gebieden in handen van de geestelijkheid, en werden ingepolderd, een naam als het Nonnenbroek herinnert daar nog aan.

Marcel Elshout