Klein spul

In deze tijd van het jaar zijn paddenstoelen meestal schaars. Typische wintersoorten, zoals trilzwammen, zijn uitgetrild, en korstzwammen zijn zo uitgedroogd dat ze nauwelijks nog te herkennen zijn.

Voor voorjaarssoorten is het nog te vroeg, zeker met de huidige droogte. Wil je toch iets vinden? Dan moet je op zoek naar klein spul. Die hebben minder last van de droogte, omdat ze leven van oud organisch materiaal, waarin altijd nog wel wat vocht achtergebleven is. Wel heb je een loep nodig om ze goed te kunnen zien.

Twee soorten die relatief makkelijk te vinden zijn en vrij algemeen voorkomen, zijn het brandnetelschijfje en het brandnetelvulkaantje. Zoals de naam al suggereert, groeien ze op dode brandnetelstengels van het afgelopen jaar. Zie je ergens een groepje afgestorven brandnetels? Dan is de kans groot dat deze minuscule zwammetjes erop groeien.

Het brandnetelschijfje valt het meest op. De feloranje schijfjes zijn zelfs met het blote oog al van een afstandje te zien. Volgroeid hebben ze een diameter van een halve tot een hele millimeter – piepklein dus! Soms zitten de brandnetelstengels er helemaal vol mee. Het brandnetelvulkaantje is minder opvallend door zijn zwarte kleur. Maar bekijk je ze met een loep, dan zie je meteen waarom ze ‘vulkaantjes’ worden genoemd: ze lijken op kleine bergjes met een opening aan de bovenkant – echte mini-vulkaantjes. Ze zijn nóg kleiner dan de schijfjes, maar wel iets hoger.

Het is absoluut de moeite waard om eens op zoek te gaan naar deze kleine verborgen schoonheden in de natuur! En je weet, wie het kleine niet eert…

Harrie Broeksteeg

De foto is gemaakt door Harrie Broeksteeg.