De Rode Kelkzwam

Een van de eerste en meest opvallende winterpaddenstoelen is de Rode Kelkzwam. Deze paddenstoel trotseert moeiteloos kou en vorst en verschijnt elk jaar rond januari – soms zelfs al in december. Hij groeit op half begraven, dood hout, bij voorkeur op zachthout zoals populier of wilg, en geeft de voorkeur aan een vochtige omgeving. Aan die natte omstandigheden is deze winter geen gebrek.

In het dal van de Kleine Dommel is de Rode Kelkzwam jaarlijks te vinden. Half januari ben ik op zoek gegaan en heb ik ze weer in overvloed aangetroffen. Vanaf de parkeerplaats aan de Helze, als je de weg oversteekt en het pad het bos in volgt, kun je ze al na zo’n 50 meter aan de linkerkant ontdekken. Zeker een tiental exemplaren toonden hun prachtig felrode kelken.

Eigenlijk gaat het hier zowel om de Rode Kelkzwam als de Krulhaar Kelkzwam. Met het blote oog zijn deze twee soorten niet van elkaar te onderscheiden. De Krulhaar Kelkzwam – zoals de naam al suggereert – heeft fijne, spiraalvormig gekrulde haartjes aan de buitenkant van de kelk. Deze zijn echter niet waarneembaar zonder microscoop. Vorig jaar heb ik een exemplaar microscopisch onderzocht en vastgesteld dat het om de Rode Kelkzwam ging. We kunnen er dus met zekerheid van uitgaan dat de exemplaren bij de Helze Rode Kelkzwammen zijn.

Harrie Broeksteeg

De foto is gemaakt door Harrie Broeksteeg.