Champignons

De herfst is het seizoen waarin de meeste paddenstoelen gevonden kunnen worden. Bij gunstige omstandigheden begint dat al in september. De soort die als een van de eerste tevoorschijn komt is de champignon.

Eigenlijk moeten we niet spreken van de champignon, maar van champignons als soort. Want het is een familie van maar liefst 45 leden. Ze zijn gemakkelijk herkenbaar. Een witte, soms wat bruinige hoed. Een steel met een duidelijke, wat afhangende ring, ook wel rokje genoemd. De lamellen zijn rozerood, bij oudere exemplaren verkleurend tot donkerbruin.
In de graslanden van het Brabants Landschap op Gijzenrooi kun je de Weide Champignon vinden. Alleen dit jaar hebben ze het tot nu toe aflaten weten. Maar de herfst is nog niet voorbij, dus de moed niet opgegeven. De champignons in de supermarkt zijn rechtstreekse afstammelingen van de weidechampignon.

In de kasteeltuin stond vorig jaar de Karbolchampignon.
Een niet zo veel voorkomende soort. De hoed van deze soort is wat stomp. Maar het best herkenbaar is deze aan twee andere kenmerken. Als je over hoed wrijft kleurt deze vrij snel geel. Daarnaast ruikt de champignon naar schoonmaakmiddel, een onaangename geur. Er is nog een champignon die geel verkleurt na aanraking, dat is de Anijs Champignon. Maar die stinkt niet, die ruikt naar Anijs. Door de renovatie van de kasteeltuin is de bodem op veel plaatsen verstoord, het is dus twijfelachtig of de Karbolchampignon dit jaar terugkomt.

Harrie Broeksteeg

De foto is gemaakt door Harrie Broeksteeg.