Biodiversiteit
De SoortenKijker: thermometer voor de natuur
De SoortenKijker
In de landelijke Stuifmail van IVN van 2 mei jl. werd een van ons getroffen door de aankondiging van de Soortenkijker.
Naast alle zware rapporten uit de media is er ineens een instrument om zelf te kunnen ‘kijken’ naar de biodiversiteit in je eigen omgeving.
In een webinar over de Soortenkijker op 6 mei, waren er meteen 140 deelnemers. Het is een landelijk initiatief, dat al in uiteenlopende regio’s is uitgeprobeerd, o.a. in Tilburg en Goirle.
De Soortenkijker is een app op internet. Momenteel is hij voor iedereen als volgt te vinden: https://soortenkijker.groenebondgenoten.nl/
Het navigeren op de laptop is vrij eenvoudig. Je krijgt als het ware een Google-maps voor je, en een cirkel van een gebied, meestal tref je eerst de wijk waar je woont. Je kunt makkelijk de cursor schuiven. Het is leuk dat je bij elke cirkel meteen ook het landschapstype genoemd ziet, een van de 17 domeinen. Het open klikken van de reeksen ‘gevonden soorten’ en ‘niet gevonden soorten’ (die wel verwacht zouden mogen worden) kan even wennen zijn, maar lukt altijd.
Op basis van het verschil tussen wat er is en wat er had kunnen zijn ontstaat er een “natuurlabel”. De uitslag kan prikkelen of tevreden stemmen. Hij loopt van label A tot en met label E.
Wij willen jullie aansporen om met deze “thermometer” eens rond te kijken in verschillende wijken. Zo vielen ons de Sterrenberg en het Spijkerkwartier op, omdat de label anders was dan je wellicht zou verwachten. Verrassend was ook dat sommige soorten goed aanwezig zijn in wijken waar je die soort niet zou verwachten.
De informatie uit de Soortenkijker kan een startpunt zijn om samen in gesprek te gaan over de gezondheid van de leefomgeving, voor de mensen én voor de planten en dieren, en om in actie te komen om de biodiversiteit te verbeteren.
Onze hoofdvragen na de interessante kennismaking zijn:
- Wie van jullie heeft interesse om de Arnhemse wijken eens te bekijken met behulp van deze thermometer. Is er een wijk waar we wat extra aandacht aan zouden kunnen besteden?
Dit kan door:
– zelf daar extra waarnemingen te gaan doen en het beeld aan te vullen
– zaken aan te kaarten bij degenen die mogelijk aan touwtjes kunnen trekken.
- Is het interessant voor werkgroepen of (hulp)gidsen? Of voor het type wandeling dat wordt georganiseerd?
- Zijn er onder jullie ook ervaren kenners die een mening hebben over het ontbreken van nuttige combinaties van bv. plant en dier zoals uit de soortenkijker bij een bepaalde wijk blijkt? Laat het weten…
Willen jullie reageren? Graag! Daartoe zetten we ook een uitnodiging op ONS IVN, afdeling Arnhem.
Hans Hugen, Martijn Dortmond, Marja Hoogwegt

Nadere informatie over de Groene Bondgenoten en over het instrument:
Landelijk zijn aangesloten: LandschappenNL, IVN, Vogelbescherming Nederland, de Natuur- en Milieufederaties, Natuurvereniging KNNV, SoortenNL.
Frank Velthuizen, al langer werkzaam bij de Vogelbescherming, is projectleider. Hij wil een beweging van mensen die met verschillende talenten samen de natuur kunnen helpen: professionals (vaak werkzaam bij een van de landelijke meewerkende organisaties), gidsen, verzorgers, verwonderaars en liefhebbers, groene tuiniers, soorten wandelaars, amateur-waarnemers, tellers in opdracht, enzovoort.
Uitgangspunten:
- natuur hoort niet alleen thuis in de zogenoemde natuurgebieden, maar net zo goed om ons heen, dus in de bebouwde kom
- vrijwilligers vormen de motor van deze beweging; door lokaal het verschil te maken, bouwen we samen aan een brede en veerkrachtige natuur die tegen een stootje kan – voor nu én de generaties na ons.
Om vanuit waarnemingen ook in de politiek zaken te kunnen aankaarten, verzorgen zij ook e-learning lessen over de Omgevingswet en de Basiskwaliteit Natuur, de twee hoofdthema’s van het project.
Deze Soortenkijker is één van de instrumenten die kan helpen.
Hij is al goed onderbouwd, ontwikkeld samen met Waarneming.nl en NDFF, de Nederlandse databank voor flora en fauna. Er worden 17 domeinen onderscheiden, van Geestgronden tot Zeekleipolders, en 17 soortgroepen, van bv. Vaatplanten tot Epifytische korstmossen en Bijen. In totaal zijn er 500 soorten verwerkt, waarbij de criteria o.a. waren “niet te algemeen” dus onderscheidend voor de domeinen, en “goed herkenbaar”.
De Soortenkijker ontvangt 4 maal per jaar een update vanuit de Databank NDFF van ingestuurde en beoordeelde waarnemingen, en zal in het najaar een eerste release krijgen met adviezen die gunstig zijn voor de ontbrekende soorten.
Het doel zou kunnen zijn om label A te halen: het minimale niveau om een leefgebied gezond en toekomstbestendig te houden.
Het project is best wel streng, want men ziet het niet als eindpunt, maar als een vertrekpunt.