Ik maak van zand, steentjes en plantenrestjes een mooi huisje voor mezelf, waar ik in kan schuilen.
Ik zwem op mijn rug en lijk hierdoor op een bootje. Wie mij wil vangen moet snel zijn, omdat ik op mijn rug zwem kan ik mijn prooien beter zien. Bij gevaar duik ik snel onderwater.
Heb je een vis in je netje gevangen? Dat is leuk! Op de website Dierenzoeker (of download de App op je telefoon) kun je uitzoeken wat je hebt gevangen.
Ik ben de grootste tor die je in je netje kunt vangen. Als larve lust ik alles zelfs broertjes en zusjes. Zodra ik volwassen ben eet ik alleen nog maar planten.
Wist je dat vissen twee kleine neusgaatjes hebben aan de voorkant van hun snuit? Vissen gebruiken hun 'neus' om eten te zoeken of roofdieren uit de weg te gaan. Maar stekelbaarsjes gebruiken hun neus ook om een liefje te vinden. Ze vinden elkaar leuker als ze hetzelfde ruiken!
Ik heb niet twee, maar wel vier ogen! Eén paar ogen om mee onderwater te kijken en één paar ogen om mee boven water te kijken.
Veel dieren in en bij een sloot is een goed teken. Dat betekent dat er voor al die diertjes voldoende eten te vinden is, wat weer een teken is van een gezonde omgeving.