Annemarie Moons: ‘Studenten denken al heel klimaatadaptief’

Werklandschappen van de Toekomst 11 maart 2024

In de beweging naar groene, klimaatbestendige bedrijventerreinen is een belangrijke rol weggelegd voor groenspecialisten. Annemarie Moons is bestuursvoorzitter van Yuverta, een MBO-onderwijsinstelling die toekomstige groenspecialisten opleidt. Vanaf het begin is Yuverta betrokken bij het programma Werklandschappen van de Toekomst. De nieuwe generatie is klaar voor de kanteling naar toekomstbestendige bedrijventerreinen, ziet Moons: ‘Studenten denken al heel klimaatadaptief: ze zien het enorme belang van schaduw en waterberging.’

Yuverta is al vanaf het begin betrokken bij Werklandschappen. Waarom geloven jullie zo in het programma?

‘Vergroenen en mogelijkheden daarvoor onderzoeken, dat ligt heel dicht bij waar wij van zijn. Daarom past het programma heel goed bij ons. Groen roept veel positieve energie op. En het is heel concreet: je ziet het meteen visueel voor je. Wat mij aanspreekt aan het programma is dat het heel praktijkgericht is en dat er voor elk opleidingsniveau iets te halen is. En we kunnen zo een bijdrage leveren aan maatschappelijke thema’s waarbij het stimuleren van een onderzoekende houding centraal staat. We vinden het ook belangrijk dat in het programma onderzocht wordt wat groen concreet oplevert. De waardecreatie van groen is lastig vast te stellen, daar lopen we vaak tegenaan. Straks kunnen we dat met cijfers hard maken en dat gaat ons helpen bij projecten en aanvragen.’

Wat is de rol van Yuverta binnen het programma Werklandschappen van de Toekomst?

‘We zijn al vanaf het begin aangehaakt. Omdat we het heel belangrijk vinden zijn we al in het programma gaan investeren voordat de financiering van het Nationaal Groeifonds binnen was. Mijn collega Heidi Kamerling heeft er vanaf het begin veel tijd in gestopt. Studenten gaan onder andere aan de slag met het toepassen en testen van verschillende innovaties binnen Living Labs (Er komen 4 Living Labs verspreid door het land. Dat zijn bedrijventerreinen waar stakeholders nieuwe diensten, producten of oplossingen ontwerpen, testen en valideren, red.). Dat doen ze bijvoorbeeld als stage. Mogelijk trekken we daarin samen op met het HBO, dat ook vertegenwoordigd is in het programma. En we onderzoeken wat nodig is binnen de opleidingen.’

Wat vraagt het van de groenopleidingen om de kanteling te kunnen maken?

‘Groenprofessionals zullen steeds vaker multidisciplinair gaan samenwerken. En er komt meer techniek bij het werk kijken, denk aan de aanleg van een groen dak of waterbuffering. Ook zie je steeds meer een verschuiving naar landschapsontwerp. Dat betekent dus iets voor de vakken die we geven. Ik kan me voorstellen dat er een soort MBO+ opleiding ontstaat waarin studenten deze vaardigheden kunnen leren. Een ander punt is dat we nu te weinig studenten hebben om te kunnen voldoen aan de vraag, ook al is de opleiding populair. Nederland telt nu zo’n 30.000 hoveniers en andere groenprofessionals, maar in 2035 hebben we maar liefst 70.000 groenspecialisten nodig. Daar ligt dus werk voor ons. De hovenierswereld is een redelijk witte wereld en we willen proberen om ook mensen met een andere achtergrond enthousiast te maken voor het vak.’

Leeft de ambitie van Werklandschappen ook onder studenten?

‘Een deel van de studenten is daar heel gevoelig voor. De vraag naar zingeving neemt toe en ze zijn steeds meer bezig met maatschappelijke vraagstukken. Jongeren willen iets blijvends creëren. En ze vinden het vaak leuk om binnen een groter thema te werken en onderdeel te zijn van een beweging. Ze zijn ook erg geïnteresseerd in projecten met een Europese uitstraling. Werklandschappen is dat nu nog niet. Maar ik zie daar wel kansen voor: we kunnen veel van andere landen leren en zij van ons.’

Waarin kunnen jullie het verschil maken binnen het programma?

‘We hebben veel praktijkkennis en kunnen de verbinder zijn tussen wat projectadviseurs bedenken en wat uitvoerbaar is. Want je kan wel iets bedenken, maar is het ook te realiseren? Bovendien denken onze studenten vaak al heel klimaatadaptief: ze zien het enorme belang van schaduw en waterberging. En ze zijn wat extremer in keuzes. Wij denken misschien: een paar tegels eruit is voldoende. Maar zij denken vaker: hup, alle tegels eruit. En ze weten wat jongeren triggert. Die kunnen op veel plekken werken omdat ze de keuze hebben. Als je jongeren dan wil stimuleren om op locatie te werken, dan moet het zo daar zo aangenaam mogelijk zijn. Een aantrekkelijke buitenruimte is dan heel belangrijk.’

Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws van Werklandschappen van de Toekomst? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Deel deze pagina