2022 02 Een echte zangvogel, Gert-Jan Roebersen

De merel is een van de meest voorkomende vogels in de stad. Deze oorspronkelijk schuwe bosvogel voelt zich tegenwoordig uitstekend thuis in onze tuinen en parken. De meeste mensen weten wel hoe hij er uitziet: het mannetje helemaal zwart met een felgele snavel, het vrouwtje donkerbruin op de rug met onopvallende vlekken op de borst. Andere lijstersoorten zijn vaak duidelijker gevlekt.

Als er onraad dreigt slaat de merel luid ratelend alarm, waarop ook andere vogels reageren. Het bekendst is de merel van zijn heldere en melodieuze gezang, dat hij in het seizoen van vóór zonsopgang tot ’s avonds laat vanaf een boomtop of andere zangpost laat horen. De zang dient ook om het territorium af te bakenen. Als een soortgenoot zich in het broed- of voedselgebied van een merelman waagt wordt er fel gevochten. De merel staat niet bekend om zijn (of haar) partnertrouw. In een volgend broedseizoen kan hij of zij een andere partner kiezen.

De merel is een algemeen voorkomende vogel. Waarom hebben Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek dan 2022 uitgeroepen tot Jaar van de Merel? Wel, sinds een jaar of vijf zijn de aantallen merels met een derde afgenomen. Als een van de ‘gewoonste’, weinig kritische vogelsoorten het niet redt, dan moet er wel meer aan de hand zijn.

De merelbevolking is de afgelopen jaren geteisterd door het Usutu-virus, dat veel slachtoffers heeft gevergd. Maar de al optredende achteruitgang is hierdoor alleen versneld; er moeten meer oorzaken zijn. Voedselaanbod speelt zeker een rol. Merels foerageren meestal op of dichtbij de grond: zij eten wormen, slakken, bessen en wat mensen in de tuin gooien zoals fruitafval en kruimels.

’s Winters valt het mij op dat merels niet afkomen op hoger hangend voedsel zoals vetbollen, pindakaas of graankorrels. Zij eten wat op de grond valt als andere vogels met eten morsen. Grappig is dat ik een merel sprongetjes zag maken om bessen van een vuurdoorn te bemachtigen. In de lucht fladderen om voedsel te pakken, zoals spreeuwen of mezen doen, kunnen merels kennelijk niet. ‘Onderhoudsarme’ tegeltuinen hebben weinig te bieden voor merels (en andere vogels). Kennelijk is het broedsucces van merels in stedelijke omgevingen de laatste jaren ook verminderd. Merelnesten liggen vaak slecht verborgen in struiken, of zelfs op rare plekken als vuilnisbakken en rommelhoekjes. Voor katten zijn die nesten goed bereikbaar; zij weten nesten met luid piepende mereljongen gemakkelijk te vinden.

Het jaar van de merel is bedoeld om oorzaken van de achteruitgang in kaart te brengen. Deze nog veel voorkomende vogel van stad en bos verdient het om beschermd te worden, al is het maar om zijn zuivere zang op zomeravonden te kunnen blijven horen.

Informatie over hoe u zelf kunt meedoen: www.jaarvandemerel.nl.

Gert-Jan Roebersen
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.