2017 04 Onkruid, Aleid Offerhaus

Voor mij ligt een foto van lang geleden die – als het om peuters gaat – nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Op die foto neem ik een hap aarde. Het moment van de foto is van de tweede hap, want rond mijn mond is het al zwart. Toen ik een jaar of 2 was, woonden we op een galerijflat en op het balkon van die flat had mijn moeder potplanten neergezet. Naast planten zat er uiteraard ook aarde in die potten en die aarde, die vond ik blijkbaar lekker. Ik heb – voor zover ik weet – daarna geen aarde meer gegeten, maar ik vind aarde nog steeds fijn om te ruiken en aan te raken.

Twee weken geleden ben ik als een vijandig leger door mijn tuintje heengetrokken en heb hem ruw uit zijn winterrust gesleurd. De hele dag heb ik op mijn hurken in de aarde zitten wroeten. Dat ik er in mijn enthousiasme geen hapje van genomen heb, mag een wonder heten.

Het idee erachter was natuurlijk dat aan de landhonger van beemdgras, Geel nagelkruid, Gele dovenetel en klimop paal en perk gesteld moest worden, maar de handeling was in hoge mate instinctief, ingegeven door het voorjaar, overjarige nesteldrang en de niet te negeren behoefte om mijn omgeving naar mijn hand te zetten.

Strict genomen is er met gras, Gele dovenetel, Geel nagelkruid en klimop helemaal niets mis en het zou on-terecht zijn om ze on-kruid te noemen.

In een boek over gras van Stephen Harris kwam ik een aantal definities van on-kruid tegen. Zo is on-kruid een plant die ergens groeit waar hij niet gewenst is, gewoon een ongewenste plant of een plant waarvan de goede eigenschappen nog ontdekt moeten worden (vind ik de leukste definitie)

Heel vaak bestaat on-kruid uit planten die – willens en wetens- in de buurt groeien van door ons gewenste planten, willens en wetens omdat ze dezelfde eisen aan hun omgeving stellen én kunnen profiteren van de zorg die wij die planten geven. Sterker nog: wat wij nu als on-kruid aanmerken is ooit een door ons gewenste plant geweest. Het gras waarvan de wortels innig verstrengeld lagen met die van de maagdenpalm in mijn tuin ligt aan de basis van onze huidige – massale – voedselproductie. Wat je ook tot je neemt: brood, pasta, bier, rietsuiker, popcorn, het gaat allemaal terug op gras. In die zin is on-kruid eerder een plant waarvan de goede eigenschappen vergeten zijn en het lijkt wel of ze ons daar op een onbeholpen manier aan blijven herinneren door op plekken te gaan staan waar wij ze eigenlijk niet willen hebben.

Het is in dat licht wel eigenaardig dat het pharmaceutische bedrijf Bayer, dat zijn succes te danken heeft aan een synthetische bewerking (acetylsalicylzuur) van het pijnstillende salicine, afkomstig van wilgenblaadjes, ernaar streeft om Monsanto over te nemen, een bedrijf dat zich heeft toegelegd op het maken van middelen om on-kruid uit te roeien.

Misschien zouden we als maatschappij er goed aan te doen om onze schatplichtigheid ten aanzien van on-kruid te erkennen en niet moeten proberen om het koste wat het kost uit te roeien.

Het on-kruid in mijn tuin heeft zo op het oog het loodje gelegd, maar het is een geruststellende gedachte dat het in de loop van het jaar met hernieuwd enthousiasme overal weer de grond uitschiet.

Aleid Offerhaus
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.