2016 12 Hoeveel poten heeft een spin?

In het verleden heb ik enkele keren meegeholpen met de zomerles van OBS de Pionier. Ik deed de waterdiertjes. Vooraf ving ik alvast wat diertjes in mijn tuinvijver. De schaatsenrijders waren altijd een succes. Ik nam ze mee in een grote emmer met een klein laagje water. Ze kunnen goed op het water lopen, ja, rennen en zelfs springen. De eerste vraag aan de kinderen, ‘wat zijn dit voor beestjes’, werd steevast beantwoord met ‘waterspinnen’. Bij de tweede vraag ‘hoeveel poten heeft een spin’, wist iedereen dat het er acht zijn. U raadt de derde vraag: ‘hoeveel poten hebben deze diertjes?’ Schaatsenrijders lopen op vier poten, maar ze hebben nog twee kleine pootjes waarmee ze in het water gevallen prooien kunnen pakken. Ze hebben dus zes poten en zijn insecten.

Spinnen heb ik nooit meegenomen voor de waterles. Toch zie ik in mijn vijver soms ook spinnen over het water lopen. Aanvankelijk dacht ik dat  dit dan waterspinnen moesten zijn, maar mijn collega Ed is een spinnenliefhebber. Hij heeft mij er van overtuigd dat het wolfspinnen zijn. Evenals de schaatsenrijders profiteren wolfspinnen ervan dat ze op het water kunnen lopen. Andere insecten die in het water vallen, zijn vaak hulpeloos en een makkelijke prooi. Komen schaatsenrijder en wolfspin elkaar tegen op het water, dan gaan ze elkaar uit de weg. De wolfspin zie je vaak van het water het land op rennen en weer terug. De schaatsenrijder blijft op het water. Wolfspinnen danken hun naam aan de manier van jagen. Ze rennen achter hun prooi aan en men dacht dat ze dat ook in groepen deden. Maar dat is niet het geval. Op het water kunnen ze een poot onder het oppervlak houden. Kleine visjes denken daar een prooi te zien, maar zijn dat dan zelf.

De foto van de wolfspin komt uit de grote verzameling van Ed. Als je zijn naam of alleen spinnen op internet opzoekt, dan kan je deze verzameling zien. Een wereld van diversiteit en schoonheid gaat voor je open.

Veel spinnen jagen niet, maar maken een web. De diversiteit aan webvormen is fascinerend.

De bekende kruisspin behoort tot de grote familie van wielwebspinnen. De belangrijkste activiteit is het spinnen van het web. Dat gebeurt behoorlijk snel en is echt de moeite van het bekijken waard. Daarna is het afwachten tot een prooi in heIVN Amstelveen, Wolfspint web komt. De draden zijn kleverig waardoor insecten met hun vleugels vast komen zitten. In het najaar zie je veel kruisspinnen. Het zijn volwassen vrouwtjes, die voor de winter hun eitjes leggen.

Een nog grotere familie wordt gevormd door de hangmatspinnen. De spin maakt een web in de vorm van een hangmat met daarboven enkele draden. De spin wacht af onder de hangmat. Als een prooi tegen een draad vliegt, dan valt hij in de hangmat. De spin bijt de prooi door de hangmat heen dood.

De kraambedspinnen kunnen we zelf gemakkelijk herkennen. De spin maakt van zijn web een klein bolletje waarin de eieren worden meegenomen. Je kunt de spinnen met dat bolletje zien rondlopen.

Tijdens de lunchwandeling vertelde Ed me eens dat alle Nederlandse spinnen ongevaarlijk zijn. Dezelfde avond nog werd ik naar de slaapkamer geroepen. Boven het bed op het plafond zat een huisspin. Zo’n grote snelle donkere spin en hij moest weg. Ik was gewend voor dit soort acties een doekje te gebruiken om hem op te pakken. Maar dit keer besloot ik hem met mijn blote handen te pakken. Onmiddellijk werd ik in mijn vingers gebeten. De reactie van Ed de volgende dag: ‘ik heb gezegd dat ze ongevaarlijk zijn, niet dat ze niet bijten’.

Henk Glas
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.