2016 11 Over geur valt niet te twisten, Aleid Offerhaus

Als ik de tropische kas in de Hortus binnenloop, komt me een bekende geur tegemoet: niet vies, maar  lekker is ook teveel gezegd.

Het beste kan je hem omschrijven als kazig met een zoete boventoon, een kruising tussen Chanel 5, een paar stinksokken en een vleugje rijpe Camembert..

We hebben hem hier te lande ook: de Pijpbloem,  lid van de Pijpbloemfamilie, een inheemse Aristolochia (in september nog bloeiend in de duinen). In het Nederlands verwijst de naam naar de vorm van de bloem – een pijp (de Engelse naam is ‘a Dutchman’s pipe’) en in het Latijn naar zijn vermeende werking bij moeilijke bevallingen. Uit de signatuurleer stamt namelijk de opvatting dat alles wat op een bepaald lichaamsdeel lijkt, wel een heilzame werking moest hebben op dat onderdeel en leek de baarmoeder met geboortekanaal niet sprekend op de Pijpbloem? Gevlekt longkruid is daar een ander voorbeeld van: een aftreksel van de gevlekte, ovaalvormige, en dus op longen lijkende bladeren moest wel helpen bij  longaandoeningen. En wie ben ik om het tegendeel te beweren? Hoe makkelijk is het om zo’n achterhaalde opvatting af te doen als onzin als je in een wereld leeft met penicilline en goed opgeleide dokters!

IVN Amstelveen grote stinkzwamTerug naar de geurende Aristolochia uit de Hortus. Dit is de Aristolochia labiata. Mooier bloem dan deze ken ik niet. De eerste keer kon ik mijn verbazing niet op toen ik een bloem op de grond van de kas vond, maar stinken doet ie en niet om niet. Net als onze Gevlekte aronskelk waarvan  de opvallende oranje bessen een maand geleden nog overal te zien waren, heeft hij een ingenieuze manier om bestuivers aan zich te binden. Hij geurt (over de aantrekkelijkheid van de geur voor de mens valt te twisten), hij heeft een grote bloemkelk, die vliegjes noodt om binnen te schuilen en hij heeft aan de binnenkant van de bloem haartjes, die als tralies dienst doen en pas slap worden als het rijpe stuifmeel op de vliegjes is neergedaald (en dat kan – te lang en fataal voor sommige vliegjes – even duren). De vliegjes, die op de Aronskelk afkomen, Motmugjes, heb ik ook wel eens in de buurt van onze wc gezien. Ze leggen hun eitjes liefst in poep, maar zijn verder van een adembenemende schoonheid.

Loop je in deze tijd door het bos, dan waaien de geuren je  om de oren. Bedenk dat geuren functioneel zijn. Aan de basis van veel parfums (w.o. Chanel 5!) zit een synthetische stof, die dezelfde werking heeft als stoffen die door een aantal mannelijke diersoorten via de anaalklieren worden uitgescheiden om de voortplanting een handje te helpen en vele malen effectiever zijn dan sommige deo’s.

De in de zeventiende eeuw in Engeland nog als Phallus Holandicus (waarom?!) bekend staande Grote stinkzwam kan het als geen ander: stinken. Dat doet hij om dezelfde reden als de Aronskelk en de tropische Pijpbloem: zorgen dat zijn sporen (of zaad) verspreid  en zijn nageslacht veilig gesteld wordt.

En mocht je  hem dit seizoen missen (hij staat vaak na de tweede brug als je vanaf de Karselaan naar de heuvel in het Amsterdamse bos loopt), wacht dan op het Muskuskruid, eind februari, niet zo sterk, maar even bijzonder.

Aleid Offerhaus
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.