Reptielengrond
Als u de Boerengaard weer via de meidoornboog verlaat en in de richting van het heemtuinhuis loopt ziet u rechts daarvan nog de volgende twee onderdelen:
Acaciastam met hedera (26a)
De met klimop begroeide stam waarop het corpus van een crucifix is bevestigd, is van een acaciaboom die geknakt is tijdens een van de julistormen van 2010. De naburige linde voor het heemtuinhuis profiteert van de vrijgekomen ruimte. Intussen is de overgebleven stam overwoekerd door klimop of hedera. Gedurende de eerste levensjaren is klimop een over de grond kruipend gewas met een niet verhoute stengel. Wanneer de plant een muur of een boomstam bereikt, groeit zij daarlangs omhoog, zich vasthoudend met aan de stengel groeiende hechtwortels. Daarmee kan zij vooral bomen met een ruwe schors gemakkelijk beklimmen. Deze hechtwortels dienen uitsluitend als steunpunten. Ze onttrekken geen voedingstoffen aan de boom. Het enige nadeel voor de gastheer is dat de ondergrondse wortels van de klimop voedsel kunnen wegnemen tussen de wortels van de boom. Wanneer de klimop zich in een boom heeft gevestigd, wordt het zogenaamde bloesemschot ontwikkeld. Dat zijn rechtopstaande stengels zonder hechtwortels en met eivormige bladeren, die heel sterk van de normale, gelobde bladeren verschillen. In oktober komen aan deze bloeitakken grote hoeveelheden kleine geelgroene bloemetjes die in bolvormige schermen bijeengeplaatst zijn. Ze bevatten veel honing en krijgen daarom veel insectenbezoek. De groene bessen blijven net als de bladeren de hele winter aan de plant zitten. In het voorjaar worden de bessen rijp. Ze zijn dan blauwzwart van kleur. In het voorjaar maken veel soorten vogels hun nest in de klimop. In de winter slapen ze er veilig in.
Reptielengrond (26b)
Achter de acacia, tussen picknicktafel en heemtuinhuis ligt een terrein dat deels bedekt is met o.a. dakpannen. Daaronder is veel schuilgelegenheid voor hagedissen en andere reptielen. Zij kunnen zich hier veilig weten voor hun natuurlijke vijanden, Vlaamse gaaien en eksters.
Op de reptielengrond bloeit in de zomer de springbalsemien, een invasieve soort die sinds 1915 in West-Europa voorkomt.