18 Akkergewassen
18 Akkergewassen
Tegenwoordig lijkt snijmais het voornaamste Limburgse akkergewas geworden te zijn. Vroeger wuifde op die akkers het graan mee met de wind. In het Heemtuinhuis vindt u voorbeelden van graansoorten: tarwe, gerst, rogge, haver en spelt.
Vanaf 2013 proberen we hier ook vlas en boekweit terug te krijgen.
Frambozen, druivenwingerd, bramen
Deze horen als klein fruit eigenlijk bij de Boerengaard, maar hier staat u er het dichtst bij. Als de vruchten rijp zijn mag u ervan plukken.
Paardenkastanje
De paardenkastanje of aesculus hippocastanum een van onze meest bekende bomen en in alle jaargetijden goed te herkennen.: dikke, kleverige knoppen, grote, handvormig samengestelde bladeren, rechtopstaande bloempluimen en oneetbare bruine zaden in een ste4kelig omhulsel. De grote bloempluimen in april – mei vormen de grootste attractie. De afzonderlijke bloemen heb ben 5 witte, naar buiten omgebogen kroonblaadjes met rode vlek (honingmerk) en oranjekleurige meeldraden. Aan de voet daarvan bevat de bloem rijkelijk honing en de bomen worden dan ook veel door insecten, vooral hommels, bezocht. De naam paardekastanje wordt wel toegeschreven aan de hoefijzervormige bladmerken die afgevallen bladeren op de twijgen achterlaten. Een andere verklaring vloeit voort uit het feit dat de Turken fijngestampte kastanjes als voedsel voor de paarden gebruikten om de dieren gemakkelijker te laten ademen.
Tegenwoordig (2013) hebben paardekastanjes vreselijk veel last van de kastanjemineermot. Dit kleine motje legt eitjes in de kastanjebladeren. De larven die hier uit komen vreten zich een weg door het bladweefsel. Hierdoor verdwijnt het bladgroen en verliest de boom het vermogen tot fotosynthese. In de loop van de zomer verliest de boom alle bladeren van onderaf, zodat het een vroege herfst lijkt.