IVN-column 2018-09 Eksters

Ekster in beeld

Door mensenogen zien alle eksters er hetzelfde uit. Zwart-wit  met metallic blauw-groen op de vleugels en de staart. Zelf zien ze, door reflexie van ultraviolet licht op de veren, heel duidelijk of er sprake is van een man of een vrouw. Vrouwtjes selecteren hun partner op veel uv-reflexie, maar ook op de lengte van de staart. De man die z’n staart het hoogst kan heffen is het meest dominant en scoort heel hoog op de ladder van zorgzaamheid en gezond nageslacht. Tijdens de balts toont hij zijn kunsten; duik- en glijvluchten met een waaiervormig uitgespreide staart. Daar kan geen vrouwtje weerstand aan bieden. Hun verbintenis is er een voor het leven. Maar soms, als manlief even niet oplet, wil zij nog wel eens op avances van de buurman ingaan en snel even paren. Maar owee, als haar man dat ziet, dan is een scheldpartij niet van de lucht en doet zij, huichelachtig, ook een flinke duit in het zakje om de buurman te verjagen.

Niet alle eksters vormen een paar. Grote “jeugdbendes” hebben nog geen territorium bemachtigd. Zij leven buiten de hechte gezinnetjes. Er vinden wel “eksterbruiloften” plaats, maar zonder eigen plek volgt er geen nestbouw en dus geen eieren en jongen. Voortdurend zijn ze bezig om stukjes territorium in te pikken van de gevestigde stellen. Mocht er door wat dan ook een gesettelde ekster uitvallen, dan wordt zijn plek vliegensvlug ingenomen door een van buiten. Zo blijft het aantal eksters in stand en komen er ook niet teveel.

Nesten bouwen ze graag in hoge bomen. Een soort holle ragebol van meer dan 1000 kleine takjes met een dak en verborgen zij-uitgangen. Eksters hebben namelijk ook vijanden, zoals de kraai en de havik. Dat is ook de reden dat ze liever in de bebouwde kom nestelen dan op het platteland. Verlaten nesten worden vaak gebruikt door uilen en valken, die zelf geen nest bouwen.
De meeste mensen hebben weinig sympathie voor eksters. De vogels worden beschuldigd van diefstal en moord.  Ja, ze plunderen wel eens een nest en verschalken wel eens een jong vogeltje, maar jonge eksters moeten ook eten. Als goedmakertje houden ze katten uit de buurt van nestelende zangvogels, door  vreselijk stampij te maken met schijnaanvallen en veel lawaai.

“Schreeuwlelijkerds” worden ze ook wel genoemd, maar dan hebben de mensen nooit de lieflijke zang van het mannetje gehoord als hij in zijn nopjes is.

Gerda Veth, 
IVN- natuurgids

Digitale krantversie Column 2018-09, 28 februari 2018, pagina 9

Naar Columns 2018