IVN-column 17 Optiefen!

Als er in de vogelwereld een Rijdende Rechter zou bestaan (of een Vliegende) zou die de handen vol hebben aan erfgrensgeschillen van roodborstjes. Je verwacht het misschien niet, maar achter dat  schattige vogeltje met die grote donkere ogen en dat parelende, ietwat weifelend gezongen liedje verschuilt zich een vastberaden individualist.

RooborstDe meeste vogels verdedigen alleen in de broedtijd een territorium, maar het roodborstje eist het hele jaar een eigen erf, niet alleen het mannetje, ook het vrouwtje claimt een gebiedje voor zichzelf. Dat doen lang niet alle vogelvrouwen. Zingen doet mevrouw ook, meestal doet bij vogels alleen meneer dat, maar ook zij moet immers haar grenzen aangeven. Bij gebrek aan kadaster zetten vogels andere middelen in en zingen is daar één van. Met dat in onze oren aarzelend klinkende liedje zeggen roodborstjes in feite ‘flikker op! Hier zit ik! Dit is van mij! Optiefen!!!’ Als een rivaal zich daar niets van aantrekt, zetten ze dreigend hun rode borst op, intussen een heftig tikkend geluid voortbrengend. Nog steeds niet onder de indruk? Ten aanval! Waar andere vogelsoorten doorgaans genoeg hebben aan achtervolgingen en wat gesnavel over en weer, ontaardt het  bij het roodborstje relatief vaak in zwaar geweld. Uitgerukte veren, stuk gepikte ogen, doorboorde schedels, dat werk. Jonge roodborstjes zijn de eerste maanden kleurloos, want een rode borst zou wel eens als rode lap op hun ouders kunnen werken. Maar voor de voortplanting moeten roodborstjes toch echt een territorium delen. Mevrouw bouwt een nest, meneer mag doen alsof hij meehelpt, zolang hij maar uit de buurt blijft. Pas als het nest klaar is palmt zij hem in met lieve geluidjes. Paren gebeurt niet overenthousiast, zoals je misschien bij zo’n temperamentvol vogeltje zou verwachten, dat doen ze een beetje tussen de bedrijven door.  Samen verzorgen ze de  jongen en zodra die zijn uitgevlogen valt hun huwelijk uiteen, tot ze het volgende voorjaar weer op dezelfde plek afspreken. Alhier overwinterende roodborstjes krijgen gezelschap van soortgenoten uit koudere streken en ja, die willen ook een territorium, mannetjes én vrouwtjes. Dus opnieuw  zingen, tikken, borst opzetten en geweld. Het territorium is de roodborst-oplossing om hun hoofdvoedsel -insecten, spinnetjes en ander klein grut –  veilig te stellen, voedsel dat  in de winter bovendien  steeds schaarser wordt. Terwijl de meeste zangvogels ’s winters hun snavel houden, zingen roodborstjes jaarrond, niet omdat ze zo vrolijk zijn, maar omdat een roodborstje zonder territorium zich een boer(in) voelt zonder land. Optiefen dus! 

Jaap Kranenborg

Digitale krantversie Column 2018-17, 25 april 2018, pagina 4

Naar Columns 2018