Column week 41, Omstreden Randstedelingen

Het verhaal gaat dat de hele Londense populatie halsbandparkieten afstamt van een paartje dat door niemand minder dan Jimi Hendrix is losgelaten, vlak voor zijn dood eind jaren zestig. Volgens sommigen echoën de  klanken van Jimi’s gitaar voort in het gekrijs van deze kleurige herrieschoppers. Halsbandparkieten in andere Europese steden kennen een wat minder hippe oorsprong, dat zijn gewoon nakomelingen van ontsnapte kooivogels. In Nederland zijn het typische Randstedelingen, in de rest van het land zul je ze minder tegenkomen.  Eén van de grootste Nederlandse kolonies zit in Amsterdam en zoals Amsterdammers wel vaker doen, vestigen ze zich in randgemeenten als de onze. Hun populariteit als kooivogel danken de halsbandparkieten aan hun uiterlijk: het  groene verenkleed, de lange puntige staart en de rode snavel. De mannetjes hebben een zwarte band rond de keel, vandaar de naam.

halsbandparkietOorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Azië en Midden-Afrika gedijen ze hier prima als stadsvogel. In de stad is voedsel en zijn bomen. Zonder  bomen kunnen ze niet, ze slapen en nestelen erin en hun poten zijn geconstrueerd om takken te omklemmen. Op steen hebben ze minder houvast. Boomloze terreinen haten ze en die steken ze niet graag over.  

Ze vliegen al een halve eeuw rond in Europese steden, maar zijn nog altijd omstreden. Er zijn mensen die allerlei kwaads toeschrijven aan de vogels en er voor pleiten ze uit te roeien, ‘want  het zijn exoten die hier niet thuis horen’. Zo zouden ze nestholtes afpakken van boomklevers en grote bonte spechten. Bewijs hiervoor ontbreekt, maar wel is aangetoond dat de veronderstelde slachtoffers de afgelopen decennia fors in aantal zijn toegenomen, ook in de stad. Halsbandparkieten zouden schade aan fruit veroorzaken. Een hapje fruit versmaden ze inderdaad niet, maar serieuze schade wordt in Nederland vooral aangericht door (inheemse) mezen. Blijft over dat ze veel herrie maken en ja,  daar valt weinig tegenin te brengen. Niet iedereen zal het als een cadeautje beschouwen dat ze de boom naast het huis uitkiezen als collectieve slaapplaats. Toch vinden veel mensen halsbandparkieten leuke vogels die ze graag verwelkomen op hun voedertafels. Daar zijn de parkieten blij mee, want het helpt ze de winter door. Als je ze krijsend hoort overvliegen of wanneer je hun zelfbewuste oogopslag ziet terwijl ze bedaard een pindaatje pellen,  is het wel duidelijk hoe ze zelf aankijken tegen hun aanwezigheid hier. ‘Trekken jullie maar fijn grenzen, hoor’ lijken ze te zeggen, ‘wij halsbandparkieten bepalen zelf wel waar we thuis horen!’ 

Jaap Kranenborg

Digitale krantversie Column 2018-41, 10 oktober 2018, pagina ?

Naar columns 2018