Daslook

In Limburg kun je Daslook vooral vinden in voedselrijke hellingbossen zoals het Savelsbos en het Elslooër Bos. En inderdaad, vanaf pak weg half april kleurt de bodem hier wit én geurt het overduidelijk naar uien of knoflook. Dat laatste is niet gek want Daslook is een vertegenwoordiger van de Lookfamilie. Het is een meerjarige plant die, net als uien, kleine bolletjes heeft waarin de plant reservevoedsel opslaat. Hierdoor kan de plant al vroeg in het voorjaar een groeispurt maken en ‘klaar’ zijn vóórdat de bomen in blad komen en er dus geen licht meer bij de planten komt. Na juli verdwijnt het bovengrondse deel van de plant volledig en blijft enkel de ondergrondse bloembol over.

Daslook vermeerdert zich voornamelijk via zaden met daaraan zogeheten mierenbroodjes. Dat zijn voor mieren onweerstaanbare zoete lekkernijen. Mieren worden hierdoor gelokt, dragen het zaad mee naar hun nest en werken zo mee aan de verspreiding. Daarnaast vormt de plant ook nevenbolletjes. Niet gek dus dat er snel grote tapijten ontstaan.

De Latijnse naam is Allium Ursinum. De soortaanduiding ursinum (= van de beren, ursus = beer) is ontstaan door het oude bijgeloof dat beren na hun winterslaap zich eerst aan deze plant tegoed deden. In het Duits wordt de plant daarom Bärlauch en in het Frans Ail des ours genoemd.

Alles aan deze plant is eetbaar: de bloemetjes zijn lekker in een salade en fleuren die dan bovendien op. Van de bladeren kun je o.a. pesto of een soepje maken en de bolletjes zijn net als uien te gebruiken. Het motto voor Daslook in je tuin is niet voor niks: “If you can’t beat it, eat it!”, want ook in tuin kan het hele tapijten vormen…